|
|
|
De families Beijen/Beyen en de godsdienst |
Godsdienstige traditiesDe verschillende godsdienstige groeperingen leefden vroeger sterk gescheiden van elkaar. Huwelijken tussen leden van verschillende kerkgenootschappen kwamen zelden voor. De meeste mensen bleven hun hele leven tot dezelfde kerk behoren. Zulke vanzelfsprekendheden zijn de laatste jaren verdwenen.Voor het inzicht in het leven van vorige generaties is het belangrijk om te weten wat de godsdienstige tradities van de verschillende families waren. Deze pagina geeft daar een algemeen beeld van. Specifieke informatie over de vraag hoe mensen hun geloof beleefden is zelden in archiefstukken te vinden. In de meeste gevallen moeten we het doen met formele gegevens, zoals de kerk waar kinderen werden gedoopt of de godsdienst die werd vermeld in het bevolkingsregister. Van enkele leden van de families Beijen en Beyen is bekend dat zij een functie in de kerk hadden of dat de godsdienst op een andere manier een belangrijke rol in hun leven speelde. Over hen wordt hierna iets meer gezegd. Protestantse en katholieke familiesVan de families Beijen en Beyen heeft de IJsselsteinse familie van oudsher vooral een protestants karakter. Dat gold ook voor de uitgestorven Dordtse familie.De Nieuwkapelse familie, de Breyellse familie en de Hengelose familie hebben hun oorsprong in katholieke streken. Die families zijn dan ook van oudsher vooral katholiek. Dat neemt niet weg dat er soms veranderingen zijn opgetreden. Dat geldt vooral voor de Nieuwkapelse familie. Hierna komen de verschillende families achtereenvolgens ter sprake. De IJsselsteinse familieIn de loop van de zestiende eeuw verspreidde het protestantisme zich over grote delen van Nederland. Aanvankelijk verzetten de verschillende overheden zich daar heftig tegen. Zo werden rond 1570 tientallen inwoners van IJsselstein door de Raad van Beroerten in Brussel veroordeeld omdat zij de gereformeerde religie aanhingen. Voorzover bekend waren daar geen leden van de familie Beijen bij.In 1577 ging het stadsbestuur van IJsselstein overstag. De Kloosterkerk en de Sint Nicolaaskerk werden in bezit genomen door de protestanten. De gereformeerde godsdienst werd overheersend in IJsselstein, al bleef ongeveer de helft van de 'gewone' bevolking katholiek. De IJsselsteinse familie Beijen, die tot de bovenlaag van het stadje behoorde, was protestants. Van enkele leden van de familie is bekend dat zij ouderling waren. Dat geldt bijvoorbeeld voor Dirck Beijen (5.5). Over zijn conflict met de plaatselijke predikant naar aanleiding van zijn vierde huwelijk wordt meer gezegd op de pagina Dirck Gijsbertszoon Beijen en zijn vrouwen. De tak Gijsbert van de IJsselsteinse familieDe bevolkingsregisters, die werden bijgehouden in de periode tussen globaal 1850 en 1940, vermeldden ook de godsdienst van de inwoners. De leden van de tak Gijsbert werden op een paar uitzonderingen na steeds vermeld als Nederlands hervormd. De belangrijkste uitzondering was het gezin van Theodorus Beijen (13.39) (1884-1966) uit Hilversum. Volgens het bevolkingsregister waren Theodorus, zijn uit Schotland afkomstige vrouw Margaret Lynch en hun kinderen katholiek.De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familieOok de leden van de tak Jan Thomas werden in de bevolkingsregisters voor het overgrote deel als Nederlands hervormd vermeld.Gerrit Beijen (11.21), aan wie de pagina Gerrit Beijen Gerritszoon en zijn gedichten is gewijd, zegde op latere leeftijd op de van hem bekende manier (op rijm) zijn kerklidmaatschap op:
Gerrits neef (oomzegger) Gerrit Beijen Corneliszoon (12.48) (1859-1915) sloot zich aan bij de Nederlandse Protestantenbond, een vrijzinnig kerkgenootschap. Hij was vice-voorzitter van de NPB in Woubrugge.
De tak Johan Franco van de IJsselsteinse familieOp de pagina Johan Franco I, beschermer van de Hernhutters wordt ingegaan op de bijzondere relatie van Johan Franco I Beijen (7.1) met een groep buitenlandse christenen die in IJsselstein was komen wonen. Na jarenlange problemen leidde dat in 1750, twee jaar voor de dood van Johan Franco, tot een breuk tussen hem en de officiële gereformeerde (hervormde) kerk van IJsselstein.De vrouw en de twee kinderen van Johan Franco bleven de officiële kerk trouw. Zijn dochter Anna Catharina (8.3) trouwde met de predikant van Harmelen, Isaac ter Bruggen. Ook de meeste leden van de latere generaties van de tak Johan Franco behoorden tot de hervormde kerk. Een van hen was Hendrik Johan Rudolph Beijen (10.9), de hoofdpersoon van de pagina's Hendrik J.R. Beijen, minister van Oorlog en Het dagboekje van Hendrik J.R. Beijen uit 1844. Hij was een diepgelovig man. Op latere leeftijd werd hij gekozen tot ouderling van de hervormde gemeente in Den Haag. Iemand die hem in die tijd had meegemaakt schreef later:
Enkele leden van de latere (Indische) generaties van deze tak behoorden tot de katholieke kerk. Dat hing waarschijnlijk samen met een huwelijk met een katholieke partner. De Nieuwkapelse familieRemigius Beijen (2.1), de stamvader van de Nieuwkapelse familie, was afkomstig uit West-Vlaanderen. Hij was van katholieke afkomst, net als zijn uit Nijmegen afkomstige vrouw Johanna van Kempen.Hun kleinzoon Henricus Hubertus Beijen (4.7), die onderkassier van de Bank van Lening in Haarlem was, trouwde daar in 1826 met Elisabeth van den Berg, die net als hij katholiek gedoopt was. In 1843 werden Henricus en Elisabeth echter met hun kinderen lid van de hervormde kerk. Henricus' zoon Karel Hubertus (5.17), trouwde in 1863 met de doopsgezinde Jannetje Stenvers. Volgens het bevolkingsregister bleef Karel hervormd, maar waren alle kinderen uit dit huwelijk net als Jannetje doopsgezind. Na het overlijden van Jannetje hertrouwde Karel in 1883 met de evangelisch-lutherse Antoinette Wikinga Ramaer. De kinderen uit dit tweede huwelijk behoorden volgens de registers niet tot een kerkgenootschap. De oudste zoon van Karel, Karel Hendrik (6.3), was van oorsprong doopsgezind en trouwde met de remonstrantse Louisa Maria Coenen. De opvoeding van hun kinderen was niet gebonden aan een bepaalde kerk. Een van die kinderen was de latere minister van Buitenlandse Zaken Johan Willem Beijen/Beyen (7.2). Mede door wat hij van zijn moeder had meegekregen, beschouwde hij zich als een gelovig christen. In zijn biografie wordt vermeld dat hij in 1952 aan prins Bernhard schreef: "Ondanks alles, wat ik over het katholicisme lees, blijf ik overigens een overtuigd, hoewel onkerksch, Protestant." Toch liet hij zich tien jaar later op 65-jarige leeftijd alsnog dopen in een katholieke kerk. De Breyellse familieDe leden van de oudste generaties van de Breyellse familie werden allemaal katholiek gedoopt. In de bevolkingsregisters uit latere tijd werden de leden van deze familie ook steeds als katholiek vermeld.
De uitgestorven Dordtse familieOp de pagina Herman, Arent en Pieter Bayen/Beijen wordt vermeld dat de eerste leden van de Dordtse familie protestanten waren die uit Brabant naar de Duitse stad Wezel (Wesel) waren gevlucht. Later vestigde de familie zich in Dordrecht.Een van de leden van deze familie, Peter Beijen (5.7), studeerde theologie in Utrecht. Eind december 1691 werd hij door de kerkenraad van Koudekerk bij Leiden beroepen als predikant. Begin februari 1692, vlak voordat hij zijn ambt zou aanvaarden, overleed hij echter in Dordrecht. Losse eindjesDe pagina Hendrik Beijen uit Duisburg en zijn familie gaat over een protestants los eindje.Hendrik Beijen, de oudst bekende vertegenwoordiger van dat takje, was afkomstig uit Duitsland en was lid van de gereformeerde kerk in 's-Hertogenbosch. Later was hij actief betrokken bij de Broedergemeente (de Hernhutters), waar toevallig ook de hierboven genoemde eerste Johan Franco Beijen belangrijke bijdragen aan had geleverd. Ook zijn zoon Petrus Beijen, die kerkorganist was in Nijmegen, wordt besproken op de bovengenoemde pagina. Diens zoon Hendrik Johannes (Johan) Beijen sloot zich net als zijn grootvader aan bij de Broedergemeente. Hij is de hoofdpersoon van de pagina Johan Beijen, lid van de Broedergemeente. In tegenstelling tot zijn grootvader, die in 's-Hertogenbosch bleef, ging hij bij de Nederlandse hoofdvestiging van de Hernhutters in Zeist wonen, en ook enkele jaren bij de geloofsgenoten in Denemarken. Hij overleed in 1811 in Zeist, nog maar 31 jaar oud. Dankzij een levensbeschrijving van hem die een ander lid van de Broedergemeente maakte, is er informatie over hem bewaard gebleven. |
De volgende pagina De voorpagina |
Het inhoudsoverzicht De bovenkant van de pagina |
Zoeken op deze website Reacties of vragen |