|
|
|
Losse eindjes
Johan Beijen, lid van de Broedergemeente |
Hendrik Johannes Beijen werd in 1779 geboren in Nijmegen. Hij was het oudste kind van de organist Petrus Beijen, die besproken wordt op de vorige pagina, en Cornelia van Dalen. Hij werd op 21 november 1779 gedoopt in de protestantse Sint Stevenskerk, waar zijn vader organist was. Gerrit van Dalen, zijn grootvader van moederskant, was getuige bij de doop.
Toen Hendrik Johannes nog geen vier jaar oud was, overleed zijn moeder, waarschijnlijk als gevolg van een dysenterie-epidemie. Ook de andere kinderen uit het gezin overleden rond die tijd, waardoor hij alleen achterbleef met zijn vader. Omdat die niet goed voor hem kon zorgen, woonde hij daarna een tijdlang bij zijn grootvader Hendrik Beijen in 's-Hertogenbosch. Zijn vader overleed in december 1790. Kort daarna, in maart 1791, werd de jongen opgenomen in het Nijmeegse Burgerweeshuis. Uit een aantekening in de administratie van het weeshuis blijkt dat hij waarschijnlijk Johan werd genoemd. In 1802, toen hij inmiddels 22 jaar was, verliet Johan het weeshuis. Hij kreeg reisgeld en een "uitzet" mee, plus een bedrag van 52 gulden dat afkomstig was uit de nalatenschap van zijn grootvader van moederskant, Gerrit van Dalen. Het geld was de jaren daarvoor door het weeshuis beheerd. Enkele jaren later ging Johan wonen in Zeist, bij de Nederlandse hoofdvestiging van de Broedergemeente (de Hernhutters), de geloofsgemeenschap waar zijn grootvader Hendrik Beijen ook toe behoorde. Hij verbleef ook eeen paar jaar bij de geloofsgenoten in het Deense Christiansfeld. Daarna keerde hij terug naar Zeist. Johan overleed in 1811 in Zeist, nog maar 31 jaar oud. Hij werd begraven op de begraafplaats (de 'Godsakker') van de Hernhutters aan de Zinzendorflaan in Zeist. Zijn grafsteen is daar na meer dan twee eeuwen nog altijd aanwezig. Met zijn overlijden kwam een eind aan het bestaan van deze kleine familie Beijen. Een bewaard gebleven levensbeschrijvingDoor toevallige omstandigheden is er vrij veel over het leven van Johan bekend. Zoals gebruikelijk bij de Hernhutters werd er na zijn overlijden een levensbeschrijving van hem opgetekend.Die biografie vond ik terug in het archief van de Broedergemeente in Het Utrechts Archief. Het stuk is geschreven in het Duits (veel leden van de Broedergemeente hadden een Duitse achtergrond) in het moeilijk leesbare oude Duitse schrift. Het begin van het levensverhaal: Een transcriptie van het afgebeelde stukje:
Het is de vraag of alles wat in de levensbeschrijving staat wel klopt. Er staat bijvoorbeeld verderop dat zijn grootvader Hendrik Beijen hem een Franse school had laten bezoeken, en dat hij daar bleef tot zijn vader was overleden. Daarna zou hij bij een oom in huis zijn gekomen, waar hij het in alle opzichten zwaar had, daarna zouden zijn verwanten hem bij een katholieke boer in dienst hebben gedaan, vervolgens zou hij weer bij zijn grootvader in 's-Hertogenbosch hebben gewoond, en daarna in het weeshuis in Nijmegen.
|
De volgende pagina De voorpagina |
Het inhoudsoverzicht De bovenkant van de pagina |
Zoeken op deze website Contact |