De familiesite Beijen/Beyen
door Laurens Beijen
De voorpagina
Het inhoudsoverzicht
De volgende pagina
De vorige pagina
De voornamenlijst
De fotogalerij
Zoeken op deze website
Reacties of vragen

Twee honderd-plussers, een dubbelportret

Er zijn twee leden van een familie Beijen ouder geworden dan 100 jaar. Dat waren Katharine A.L. Keck-Beijen, die ruim 100 werd, en Antje van der Wel-Beijen, die de 101 passeerde. Zij waren tijdgenoten: beiden werden geboren in de jaren tachtig van de negentiende eeuw.
Hieronder een dubbelportret van deze twee honderd-plussers.

Katharine A.L. Keck-Beijen

25.11.1881 - 15.8.1982:
100 jaar en bijna 9 maanden


Katharine Adelaïde Lindsay Beijen (12.8) (roepnaam: Adé) werd in 1881 geboren in het Zwitserse La Tour-de-Peilz in de buurt van Lausanne. Haar moeder was Jacoba Cornelia Beijen (11.10), de hoofdpersoon van de pagina Jacoba Cornelia Beijen en haar kinderen. Wie haar vader was, is niet officieel bekend. In de familie werd verteld dat haar vader een rijke Schot zou zijn geweest die kort voordat het huwelijk zou worden gesloten een dodelijk ongeluk kreeg. Aan hem zou zij haar derde voornaam te danken hebben.

Van Zwitserland naar Nederland

Adé Beijen (die haar voornamen placht te schrijven als Adelaïde Catharine Lindsay) was vanaf haar zeventiende een aantal jaren gouvernante in Engeland. In 1902 verhuisde zij met haar moeder vanuit Zwitserland naar Utrecht. In 1904 trouwde zij daar met Diederik Theodorus Keck, een net afgestudeerde predikant.

Predikantsvrouw

Het echtpaar Keck kreeg in de loop van de jaren niet minder dan negen kinderen. De moeder van mevrouw Keck, Jacoba Cornelia Beijen, woonde tot haar dood in 1926 bij hen in.
Dominee Keck, die tot de uiterste rechterflank van de Hervormde Kerk behoorde, werd in 1904 predikant in het Betuwse Est, in 1907 in Zuilichem en in 1914 in Bergambacht. In 1916 scheidden Keck en een groot deel van zijn Bergambachtse gemeente zich af van de Hervormde Kerk. De aanleiding was de opdracht door hogere kerkelijke instanties om kinderen in te schrijven die in een vrijzinniger gemeente waren gedoopt. Vanaf 1919 ging Keck niet meer voor in kerkdiensten nadat hij zichzelf onwaardig had verklaard om het ambt nog langer te bedienen. Hij verdiende de kost voor zijn grote gezin als kantoorbediende en sigarenkoopman.
In 1923 keerde Keck terug in de Hervormde Kerk. Na een schuldbelijdenis werd hij weer toegelaten als predikant. Hij was dat eerst in Garderen, vanaf 1927 in Heteren en vanaf 1931 in Staphorst. In 1943 ging hij met emeritaat. Hij overleed in 1945.

Nog 37 jaar weduwe

Mevrouw Keck woonde na het overlijden van haar man jarenlang in Heteren, waar ook een van haar dochters woonde, en later in "Oranje Nassau's Oord" in Renkum. Zij overleed in 1982 in Wageningen, ruim 100 jaar oud.
Adé Keck-Beijen werd begraven in Heteren. Een foto van haar grafsteen is te zien op de pagina Grafstenen en andere gedenktekens. Het opschrift op de steen onderstreept dat ze haar drie voornamen in een andere volgorde dan de officiële placht te schrijven: Adelaïde Catharine Lindsay.

De foto's zijn afkomstig van de heren L. Leijenhorst en J.P. Neven.

Antje van der Wel-Beijen

16.3.1883 - 27.9.1984:
101 jaar en ruim 6 maanden


Antje Beijen (13.70) werd in 1883 geboren in Stein in de gemeente Reeuwijk als dochter van Gerrit Beijen (12.48) en Maria Helena Hoogeboom. Op de laatste foto op de pagina over Cornelis Beijen en zijn nakomelingen is Antje het zittende meisje op de voorgrond; zij was toen ongeveer 12 jaar.
Het gezin verhuisde in 1891 naar een boerderij in Haastrecht en in 1896 naar een nog grotere boerderij in Woubrugge. Antje leerde daar van haar moeder de kunst van het kaasmaken.

Getrouwd met een boerenzoon

Toen Antje 21 was trouwde ze met Dirk Pieter van der Wel, een boerenzoon uit Woubrugge. Zij kregen drie zoons en een dochter.
Na hun huwelijk huurden ze eerst een boerderij in Nieuwerbrug. In 1910 kochten ze een grotere boerderij in Benschop. In 1925 kon Dirk de boerderij goed verkopen en gingen ze in Woerden wonen, waar Dirk met zijn oudste zoon in de kaashandel ging. In 1933 werden ze weer boer in Kattenbroek, gemeente Linschoten. In 1938 werd ook die boerderij verkocht en gingen ze weer terug naar Woerden. Dirk van der Wel overleed daar in 1957. In 1960 ging Antje in het bejaardencentrum 't Oude Landt in Woerden wonen. Een zware klap was dat haar twee jongste zoons in 1976 en 1980 op 60- en 66-jarige leeftijd overleden.

Hard werken

In de interviews die Antje aan het eind van haar leven gaf, vertelde ze vaak dat ze hard heeft moeten werken: "Mijn man was boer en dat betekende, dat we keihard moesten werken. Mijn taak bestond voor het grootste deel uit het opvoeden van de kinderen en de zorg over onze eigen kaasmakerij." Gelukkig had zij veel plezier in haar werk: "Als ik opnieuw kon beginnen, dan zou ik weer met hart en ziel boerin willen worden. Het is een mooi beroep en bovendien is er nog nooit iemand doodgegaan aan hard werken."

Actief gebleven

Antje van der Wel-Beijen bleef tot op hoge leeftijd gezond, actief en betrokken bij haar omgeving. Op oudejaarsavond droeg ze in het bejaardencentrum vaak een verhaal of een gedicht voor. In een interview ter gelegenheid van haar honderdste verjaardag vertelde ze dat ze nog veel las, onder andere de krant: "Ik wil ook nog een beetje bijblijven!" Verder vertelde ze dat ze zich helemaal niet voelde alsof ze al een eeuw oud was: "Lopen, eten, slapen, alles gaat nog uitstekend. Als ik dan hier mensen zie die veel jonger zijn dan ik en er toch veel slechter aan toe zijn, ben ik weleens een beetje verbaasd - maar je hebt het niet in de hand. Ik kan alleen maar blij zijn dat het met mij nog zo goed gaat." Dat laatste liet ze ook in februari 1984 aan het Nederlandse volk zien toen ze te gast was in een programma van Ivo Niehe over honderdjarigen.
Zij overleed later dat jaar, ruim 101 jaar oud.

De foto's zijn afkomstig van de familie Vroege.


   De volgende pagina

De voorpagina
Het inhoudsoverzicht

De bovenkant van de pagina
Zoeken op deze website

Reacties of vragen