|
|
|
Losse eindjes
De organist Petrus Beijen uit Nijmegen |
Al jong met muziek bezigPetrus Beijen was de oudste zoon van de op de vorige pagina genoemde Hendrik Beijen en Helena Verstegen. Hij werd in 1751 geboren in 's-Hertogenbosch.Al op jonge leeftijd was Petrus met muziek bezig. In 1768, toen hij nog maar 17 jaar was, solliciteerde hij naar de functie van organist en beiaardier van de Grote Kerk van Hoorn. Bij zijn sollicitatie vermeldde hij dat hij naast orgel en beiaard ook viool en dwarsfluit speelde. Er waren niet minder dan zestien sollicitanten; de keus viel niet op Petrus. Aangesteld in NijmegenOp 16 en 30 september 1769 verschenen er advertenties in de Amsterdamsche Courant waarin het stadsbestuur van Nijmegen kandidaten opriep voor de functie van organist van de Broederenkerk en plaatsvervangend stads-klokkenist. De zorg voor het bespelen van het orgel werd in die tijd in veel Nederlandse steden niet als een kerkelijke, maar als een stedelijke taak gezien. De oproep bestond uit één lange zin:Vermits de Plaatze van Organist van de Broederen Kerk binnen de Stad Nymegen is komen te vaceeren, worden die geenen welke geneegen zyn het zelve waar te neemen, op een Jaarlyks tractement van drie honderd Guldens, met exspectance van dertig Guldens vermeerdering, en daar toe de vereischtens en bekwaamheid hebben, mids teffens andere Musicque Instrumenten, in 't byzonder de Viool, tracterende; ook in staat zynde tot het Klokken Spel, verzogt, om zich voor Dingsdag den 17 October 1769, te addresseeren aan de Magistraat van gem. Stad, ten einde op dien Dingsdag, welke tot het neemen der Proeven bepaald is, geadmitteerd te konnen worden tot het hore hunner gaven; en den volgende dag worden gedisponeerd. Petrus Beijen, inmiddels 18 jaar oud, was een van de vijf sollicitanten. Het stadsbestuur had twee onpartijdige 'musicq-meesteren' gevraagd om de prestaties van de kandidaten te helpen beoordelen. Ze speelden 's morgens op het orgel, 's middags op de beiaard en 's avonds in de stadsmuziekkamer op andere instrumenten. De vertegenwoordigers van het stadsbestuur en de 'musicq-meesteren' waren het er unaniem over eens dat Petrus Beijen 'booven de anderen geëxcelleerd' had. Zijn benoeming ging in op 1 januari 1770. Naast het bespelen van het orgel en de beiaard werd ook van hem verwacht dat hij de leden van de stadsmuziekkamer op vastgestelde tijden zou bijstaan bij het musiceren. Advies over het orgel van de Sint StevenskerkDat het stadsbestuur vertrouwen in Petrus Beijen had, bleek uit een vererende opdracht die aan hem werd gegeven. Het orgel van de hoofdkerk van Nijmegen, de Grote of Sint Stevenskerk, moest dringend worden vervangen. Toen het niet gelukt was om een geschikte Nederlandse orgelbouwer te vinden, werd Beijen in oktober 1773 afgevaardigd naar Duitsland om te overleggen met de orgelbouwer Ludwig König uit Keulen. Hij bekeek en bespeelde in Keulen elf door König gebouwde orgels en ging daarna met een positief rapport over hem terug naar Nijmegen. Op grond daarvan kreeg König de opdracht van het stadsbestuur. Dat diens andere orgels in katholieke kerken stonden terwijl de Stevenskerk in gebruik was bij de protestanten, was kennelijk geen bezwaar.De bouw van het orgel duurde van april 1774 tot augustus 1776. Het werd een in alle opzichten prachtig orgel, dat nog steeds bestaat. Het is hieronder afgebeeld (bron: Wikipedia). Petrus Beijen werd in 1777 mede-organist en in 1780 hoofd-organist van de Sint Stevenskerk. PublicatiesIn 1782 werd een door Petrus gemaakte beschrijving van het orgel gedrukt en uitgegeven.Een ander door hem geschreven boekje was 'Korte verhandeling over het Zingen en Speelen in de Hervormde Kerk van Nederland; als mede Bijzondere Aanmerkingen en eenige regels aangaande het zingen, Tot nut van Kerk en Scholen opgesteld door Petrus Beyen, Organist en Klokkenist te Nymegen', in 1790 uitgegeven door H. Bronstring te Nijmegen en W. Wynands te Amsterdam. Huwelijken en kinderenPetrus kreeg in augustus 1779 op zijn verzoek het burgerschap van de stad Nijmegen. Bij zijn aanvraag stuurde hij stukken in die lieten zien dat hij in 's-Hertogenbosch gereformeerd gedoopt was en lidmaat van de gereformeerde kerk in Nijmegen was.In september 1779 trouwde hij met Cornelia Johanna van Dalen. Zij was de weduwe van .............. en had twee kinderen uit haar eerste huwelijk, die echter beiden jong overleden. Petrus en Cornelia kregen vier kinderen, van wie er drie ook op jonge leeftijd overleden. Cornelia overleed zelf in 1783, net als drie van haar kinderen. Zij waren waarschijnlijk het slachtoffer van een grote dysenterie-epidemie die in 1783 in Nijmegen heerste. In 1785 hertrouwde Petrus Beijen met Anna Sibilla van Kroon. Zij overleed een jaar later in het kraambed. Het uit dit huwelijk geboren kind overleed enkele weken daarna. In 1787 trouwde Petrus voor de derde keer, nu met Aletta Saltet. Ook dit huwelijk duurde niet lang, maar dat kwam deze keer doordat Petrus zelf in 1790 overleed. Hij was nog maar 39 jaar oud. Aletta overleed in 1826 en overleefde haar man dus 36 jaar. Het enige kind van Petrus Beijen dat volwassen werd, was zijn oudste zoon Hendrik Johannes Beijen, die waarschijnlijk Johan werd genoemd. Hij is de hoofdpersoon van de volgende pagina: Johan Beijen, lid van de Broedergemeente. |
De volgende pagina De voorpagina |
Het inhoudsoverzicht De bovenkant van de pagina |
Zoeken op deze website Contact |