|
|
|
De tak Gijsbert van de IJsselsteinse familie
Gijsbert en Dirck Beijen uit Lexmond |
Gijsbert, chirurgijn in LexmondGijsbert Beijen (6.13), die geboren werd in 1654, was de oudste volwassen geworden zoon van de IJsselsteinse schepen en chirurgijn Dirck Beijen (5.5). Zoals blijkt uit de pagina over de nakomelingen van Dirck Gijsbertszoon Beijen, was hij de verbindende schakel tussen de oudste generaties en de tak Gijsbert.Net als veel van zijn familieleden was Gijsbert chirurgijn. Omdat er in IJsselstein waarschijnlijk geen emplooi was voor nóg een chirurgijn, vestigde hij zich in Lexmond, niet ver van IJsselstein aan de andere kant van de Lek. Hij woonde midden in het dorp, naast de nog steeds bestaande herberg De Drie Snoecken. Gijsbert was getrouwd met de uit Dordrecht afkomstige Jannetta Tafelmaecker. Voorzover bekend kregen zij vijf kinderen. Waarschijnlijk werden alleen Louisa Margaretha (7.3), Dirck (7.4) en Johannis (7.5) volwassen. Van hen had alleen Dirck nageslacht met de naam Beijen.
Dirck, chirurgijn en later boerDe hiervoor genoemde Dirck Beijen (7.4) leefde van 1685 tot omstreeks 1748. Hij woonde ook in Lexmond en volgde zijn vader op als chirurgijn. Bovendien was hij een groot aantal jaren, van 1719 tot 1736, schepen van zijn woonplaats.Dirck was getrouwd met Maria van der Roest. Zij overleed vermoedelijk kort na de geboorte van haar tweede kind in 1715. Dirck hertrouwde in 1721 met Maria van Dinslager. Uit Dircks tweede huwelijk werden in de jaren 1722-1741 nog zeven kinderen geboren. Van de in totaal negen kinderen, toevallig allemaal zoons, bereikten er vijf de volwassenheid. Vermoedelijk bleef Dirck het chirurgijnsvak niet uitoefenen en werd hij later boer. Daarbij ging het hem niet goed: op latere leeftijd had hij achterstanden bij het betalen van de pacht. Misschien had dat te maken met het feit dat de boeren in de buurt van Vianen en Lexmond onder andere in 1741 en 1744 zwaar werden getroffen door overstromingen.
Verschillende subtakkenVan de vijf volwassen geworden zoons van Dirck waren er twee met een groot aantal nakomelingen: Dircks oudste zoon, die uiteraard weer Gijsbert (8.1) heette, en een zoon uit Dircks tweede huwelijk, Dirck junior (8.4).Gijsbert en zijn nakomelingen worden op deze website aangeduid als de subtak Arie, Dirck en zijn nakomelingen als de subtak Dirk Jan. De reden voor die naamgeving is dat de namen Arie, respectievelijk Dirk Jan in die subtakken veel voorkwamen. De andere drie zoons kregen wel kinderen, maar deze subtakjes stierven na enkele generaties uit. Omdat de nakomelingen van deze drie broers allemaal in Amsterdam en Sloterdijk woonden, noem ik ze de Amsterdamse en Sloterdijkse subtakjes. Op de onderstaande kleine selectie uit het schema van de leden van de tak Gijsbert worden de relaties tussen de verschillende subtakken aangegeven.
De volgende pagina's over de tak GijsbertDe subtak Arie is het onderwerp van de twee volgende pagina's:Daarna volgen zes pagina's over de subtak Dirk Jan: Ten slotte is er de pagina: |
De volgende pagina De voorpagina |
Het inhoudsoverzicht De bovenkant van de pagina |
Zoeken op deze website Reacties of vragen |