De familiesite Beijen/Beyen
door Laurens Beijen
De voorpagina
Het inhoudsoverzicht
De volgende pagina
De vorige pagina
De voornamenlijst
De fotogalerij
Zoeken op deze website
Reacties of vragen

De tak Gijsbert van de IJsselsteinse familie

Arie Beijen en zijn nakomelingen

Arie Beijen

Arie Beijen (9.9) was de tweede volwassen geworden zoon van de op de vorige pagina genoemde Gijsbert Beijen en Hilligje Speltenburg. Alle huidige leden van de subtak Arie stammen van hem af.

Arie werd geboren in Hagestein in 1758. Kort daarna verhuisden zijn ouders met hun kinderen naar Vianen, waar Arie de rest van zijn leven zou blijven wonen. In 1785 trouwde hij met zijn plaatsgenote Cornelia van Gelder. Na de dood van zijn vader in 1784 nam Arie diens transportbedrijf en de herberg De Roode Leeuw over. Na 1800 gingen de zaken echter geleidelijk minder goed, hoogstwaarschijnlijk door de economische stagnatie in de Franse tijd.

Arie en Cornelia overleden kort na elkaar: Arie op 9 februari 1813, Cornelia drie dagen later. Zij lieten meer schulden dan bezittingen na. In juni 1813 werd De Roode Leeuw openbaar verkocht. De advertentie voor de verkoping sprak over Een Huis, Tuin, Stal en Erve, zynde geapproprieerd tot een Herberg en Uitspanning, van ouds genaamd de roode Leeuw, No. 95, staande en gelegen langs de nieuw aangelegde Keizerlyke Straatweg en Gorinchemsche Trekvaart, (....); zynde zeer voordeelig gelegen en voorzien van eene zeer ruime doorrydende Stal, en hetwelk de beste vooruitzigten tot een goed bestaan oplevert.
De Roode Leeuw werd gekocht door Pieter Steehouder, die de herberg een jaar later doorverkocht aan Aart van Zanten, die ook het voermansbedrijf voortzette. Op de foto hieronder (beschikbaar gesteld door Piet van Iperen uit Hagestein) staat een van de leden van de familie Van Zanten voor de staldeuren van De Roode Leeuw, met de kerk van Vianen op de achtergrond. De stal is later afgebroken, maar het huis waar ooit Gijsbert en Arie Beijen woonden staat er nog steeds. Het adres van het huis is tegenwoordig Prinses Julianastraat 8.

De kinderen van Arie

Overleden militairen
Twee van de vier zoons van Arie en Cornelia die in 1813 nog in leven waren, overleden als militair.
Willem Beijen (10.14) diende als dienstplichtige in het Franse leger. Begin 1813 lag hij in garnizoen in Den Haag, maar later werd hij in het buitenland ingezet. De laatste vermelding over hem is dat hij in een hospitaal in Würzburg was opgenomen. Die stad werd in oktober 1813 door een Oostenrijks/Beiers leger op de Fransen veroverd. Waarschijnlijk is Willem toen of kort daarna overleden.
Zijn jongere broer Dirk Beijen (10.23) diende vanaf 1821 in verschillende afdelingen van het Nederlandse leger. Hij overleed in december 1831 in een militair hospitaal. Meer over hem staat op de pagina over betrokkenen bij de Tiendaagse Veldtocht.
Met Arie Beijen en Cornelia van Gelder was het niet alleen in financieel opzicht niet goed gegaan. In totaal hadden ze niet minder dan twintig kinderen laten dopen, maar veel van hen overleden op jonge leeftijd. Dat wordt geïllustreerd door het feit dat vier van hun kinderen als Marcus, drie als Geertruy, twee als Gijsbert, twee als Ary/Arie, twee als Willem en twee als Nelligje werden gedoopt. Toen zij in 1813 zelf overleden, waren er nog negen kinderen in leven. Onder hen waren vier zoons, die echter later overleden zonder kinderen na te laten. Daarom leek het erop dat ook dit deel van de subtak Arie in de Beijen-lijn zou uitsterven, net als dat gebeurde bij de nakomelingen van Aries broers Dirk en Willem.
In 1847 kreeg Aries jongste dochter Nelligje (10.27), die ook wel Pieternella werd genoemd, in haar woonplaats Vianen echter een zoontje, dat naar zijn lang daarvoor overleden grootvader Arie (11.3) werd genoemd. Omdat Arie geen officiële vader had, was zijn achternaam Beijen.
Nelligje voedde haar zoontje alleen op. In 1864, toen Arie zestien jaar was, overleed Nelligje.

De latere generaties van de subtak Arie

De nu wees geworden Arie was schildersknecht en kwam na het overlijden van zijn moeder bij zijn baas in huis. In 1871 trouwde hij met Antje van Ooij. Zij kregen zes kinderen, van wie er drie volwassen werden. Na het overlijden van Antje hertrouwde Arie in 1885 met Maria van den Bosch. Uit dat huwelijk werden nog drie kinderen geboren, van wie er twee volwassen werden.
Arie, die zijn hele leven schilder was gebleven, overleed in 1908 in Vianen.
De drie volwassen geworden zoons van Arie, Arie (12.1), Pieter (12.6) en Frans Nicolaas (12.8), werden ook alle drie schilder. Pieter kreeg geen kinderen; over Arie en Frans volgt hier iets meer.

De oudste zoon Arie Beijen junior (12.1), die geboren was in 1872, trouwde in 1900 met de eveneens uit Vianen afkomstige Flora Delaunaij. Zij overleden beiden in 1946.
Op de foto links loopt Arie door Vianen. Op de foto rechts zit Flora naast haar oudste kleindochter Flora Aria Beijen (14.1), die genoemd was naar haar grootmoeder en grootvader van vaderskant. Ze was een dochtertje van Bastiaan Karel Beijen (13.2) die in 1927, kort na de geboorte van de kleine Flora, overleed.
Op de pagina Militairen in de fout wordt verteld over ervaringen die Bastiaan voor zijn huwelijk had opgedaan als dienstplichtig soldaat.
Arie en Flora hadden nog drie andere zoons die kinderen kregen: Anne (13.3), Johannes (13.5) en Pieter (13.6). Ook zij noemden allemaal hun dochter of een van hun dochters Flora.
Vooral via hun zoons Anne en Pieter kregen Arie en Flora een uitgebreid nageslacht. De meesten van hen wonen in de regio Utrecht.

Frans Nicolaas Beijen (12.8) was de jongste zoon van Arie Beijen senior. Hij was in 1888 geboren uit het tweede huwelijk van zijn vader. In 1916 trouwde hij in in Lochem met de Lochemse Rika Bolte. Frans ging daar als huisschilder werken. Hij en zijn vrouw bleven de rest van hun leven in Lochem wonen. Zij kregen drie dochters. De foto hiernaast is gemaakt ter gelegenheid van het veertigjarig huwelijk van Frans en Rika in 1956.
Frans Beijen is waarschijnlijk in het vanuit Vianen gezien verre Lochem terecht gekomen via zijn oudere zuster Willemina Beijen (12.7), die meestal Wim werd genoemd. Frans heeft zijn hele leven met haar een heel goed contact gehad. Wim was in 1910 getrouwd met de Lochemse meubelmaker Jan Heijink, die ze had leren kennen toen hij een tijdje in Utrecht woonde. Al in 1911 overleed Jan Heijink. In 1915 hertrouwde Wim Beijen met de Lochemse koffiehuisbediende Jan Hendrik Scholten, die later jarenlang eigenaar van een restaurant in Lochem was.


   De volgende pagina

De voorpagina
Het inhoudsoverzicht

De bovenkant van de pagina
Zoeken op deze website

Reacties of vragen