|
|
|
Een handtekeningenactie in 1878 |
In 1878 werden er in Nederland handtekeningen ingezameld voor een massaal verzoek aan koning Willem III. Die actie staat bekend als het volkspetitionnement van 1878. De aanleiding was de onderwijswet die de liberale minister Kappeyne van de Coppello wilde invoeren. Zijn voorstel hield in dat openbare scholen volledig door het Rijk en de gemeenten zouden worden bekostigd en dat bijzondere scholen grotendeels door de ouders zelf moesten worden betaald.
Volgens de protestants-christelijke politicus Abraham Kuyper zou dat de doodsteek zijn voor het christelijk onderwijs. Samen met medestanders organiseerde hij in korte tijd een grote handtekeningenactie. Die leverde meer den 300.000 'protestantse' handtekeningen op. Een vergelijkbare actie aan katholieke kant zorgde voor meer dan 160.000 handtekeningen. De koning nam de handtekeningen vriendelijk in ontvangst, maar ondertekende daarna toch de onderwijswet. Pas met de grondwetswijziging van 1917 werden het openbaar en het bijzonder onderwijs in financiële zin gelijkgesteld. Bijzonder aan het petitionnement was dat verreweg de meeste ondertekenaars 'gewone' mannen en vrouwen waren die nog nooit hadden mogen stemmen. Het kiesrecht was in die tijd in Nederland beperkt tot zo'n 100.000 mannen. De aan de koning aangeboden handtekeningenlijsten worden bewaard door het Nationaal Archief. Op de website van het Nationaal Archief kan op plaatsnaam en familienaam worden gezocht. Onder de ondertekenaars waren diverse leden van de familie Beijen en hun echtgenoten. Hieronder volgt meer over hen. Tot dusverre zijn op de lijsten alleen leden van de IJsselsteinse familie gevonden. Ze hoorden allemaal tot het protestantse volksdeel. De oudste generaties van de IJsselsteinse familieDrie van de ondertekenaars behoorden tot een klein takje in Amsterdam en omgeving dat genoemd wordt in het gedeelte over de oudste generaties onder het subkopje Adrianus Beijen en zijn nakomelingen. Dat takje wordt op deze website om praktische redenen meegenomen bij de oudste generaties.Anna Hendrica Beijen (11.1) werd in 1821 geboren in Amsterdam. Ze trouwde in 1840 in Nieuwer-Amstel met de timmerman Arnoldus Naafs. Zij ondertekenden de petitie in 1878 in hun woonplaats Sloten. Arnoldus overleed in 1890, Anna in 1910. Haar zuster Jacoba Beijen (11.4) werd in 1829 geboren en trouwde in 1853 met de pakhuisknecht Hendrik Frederik Siebenlist. Zij bleven in Amsterdam wonen. Tussen hun handtekeningen staat die van hun dochter Johanna Jacoba Siebenlist. Jacoba overleed in 1905, Hendrik in 1910. De derde zuster Hendrika Beijen (11.5) werd in 1833 geboren. Zij trouwde in 1870 in Sloten met de schipper Dirk Klijnschmidt, die weduwnaar was. Zij ondertekenden de petitie in hun woonplaats Sloten. Dirk schreef zijn naam, net als eerder in de beide trouwaktes, met ei. Zijn officiële naam was met ij. Dirk overleed in 1881. Hendrika hertrouwde in 1887 met Willem IJkman. Zij werd in 1898 voor de tweede keer weduwe en overleed zelf in 1914. De tak Gijsbert van de IJsselsteinse familie, subtak ArieOnder de ondertekenaars van de petitie waren ook enkele nakomelingen van Willem Beijen (9.10), die in het gedeelte over de subtak Arie genoemd wordt onder het subkopje Willem Beijen en zijn nicht. Deze mensen woonden allemaal in Utrecht.Gertrudis (of Geertruida) Beijen (10.31) werd geboren in 1805. Haar moeder was toen nog niet getrouwd. Zij kreeg de naam Beijen bij het huwelijk van haar ouders in 1813. Ze bleef ongetrouwd en overleed in 1883. Haar zuster Hillegonda Beijen (10.34) werd in 1813 geboren. Zij trouwde in 1842 met de metselaar Jan Gerrit Jenken. Onder hun handtekeningen op de petitie staat ook die van hun dochter Hillegonda Jenken. Hillegonda Beijen overleed in 1897. Haar man was al in 1887 overleden. De jongste uit het gezin van Willem was Willem Arie Beijen (10.35). Hij werd in 1815 geboren en trouwde in 1840 met Catharina van den Brink. Willem Arie overleed in 1862. Catharina (1815-1894) wordt op de petitie vermeld als de wed(uwe) Beyen. Boven haar naam staan de namen van haar dochter Wilhelmina Adriana Beijen (11.4) (1843-1914) en haar schoonzoon, de politieagent Andries van Deventer (1842-1926). Overigens lijkt het erop dat die twee namen door dezelfde persoon zijn geschreven. Ook de handtekening van Catharina zal niet persoonlijk gezet zijn: in 1866 werd in de trouwakte van Wilhelmina en Andries vermeld dat Catharina niet kon schrijven. De tak Gijsbert van de IJsselsteinse familie, subtak Dirk JanDirk Jan Beijen (11.13) en zijn nakomelingen zijn het onderwerp van de pagina Dirk Jan en de Gooise Beijens.Dirk Jan werd in 1824 geboren in Heesselt in de Betuwe. Hij trouwde in 1854 in Varik met Jenneke Maria Clements. Dirk Jan werkte als arbeider en woonde met zijn gezin in een groot aantal plaatsen. Tijdens het petitionnement van 1878 woonden ze in Willeskop bij Montfoort. In 1880 verhuisde Dirk Jan met zijn vrouw en de nog thuis wonende kinderen naar Blaricum. Hij overleed in 1903 in Bussum. Een van de dochters van Dirk Jan, Martijntje Theodora Beijen (12.23), die geboren was in 1858, had al een aantal jaren in diverse plaatsen als dienstbode gewerkt. In 1878 had ze al dan niet toevallig een betrekking in Willeskop. Zij vertrok later dat jaar naar Rotterdam. Daar trouwde ze in 1881 met Nicolaas Franciscus Roos. Zij overleed in 1941 in Den Haag. De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie, subtak DirkAan de petitie deden ook een aantal in Benschop wonende leden van de subtak Dirk van de tak Jan Thomas mee.Willem Beijen (12.8) (1830-1895) werd geboren in de toenmalige gemeente Noord-Polsbroek bij Benschop. In 1853 trouwde hij in Benschop met Annigje Brouwer (1833-1923). Willem was boer en ook actief in de kerk en het gemeentebestuur. Willem en Annigje ondertekenden de petitie samen met hun twee oudste zoons. Gijsbert Beijen (13.11) (1854-1932) trouwde in 1888 met Wijntje Lekkerkerker. Zij hadden later een boerderij in Jaarsveld en kregen een groot aantal nakomelingen. Amel Beijen (13.13) (1856-1947) bleef ongetrouwd. Hij was ook boer en woonde zijn hele leven in Benschop. Trijntje Beijen (12.16) (1844-1925) was een halfzuster van Willem. Zij was een dochter van de tweede vrouw van hun vader Amel Beijen. Ze trouwde in 1874 met de boerenkecht Dirk Hoogendoorn (1843-1913), die de petitie ook met zijn handtekening ondersteunde. De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie, subtak MaartenGerrigje Beijen (12.26) werd in 1854 geboren in Bodegraven. Ze trouwde in 1876 in Sloten bij Amsterdam met de nog jonge weduwnaar Evert Salentijn. Kort na hun huwelijk verhuisden ze naar Amsterdam. Salentijn was daar melkverkoper in de Foeliestraat.Van 1883 tot 1889 woonden ze in Voorschoten en Leiden, waarna ze weer terugkwamen naar Amsterdam. Gerrigje overleed daar in 1901, Evert in 1911. De tak Johan Franco van de IJsselsteinse familieBernardus Paulus Arnout Beijen (9.4) werd in 1780 geboren in IJsselstein. Hij is de hoofdpersoon van de pagina Bernardus P.A. Beijen en zijn gezin.In 1814 trouwde Bernardus in Utrecht met de veel jongere Antonia Boolandt, die in 1791 in Utrecht was geboren. Zij kregen drie kinderen. In de tijd van het petitionnement waren die kinderen al overleden. Ook Bernardus zelf overleed jong: in 1838. Zijn weduwe Antonia werkte als naaister en breister en kreeg ook ondersteuning van de hervormde diaconie. Ze overleed in 1880 op hoge leeftijd: ze was 89 jaar. Bij de woorden 'weduwe Beijen' op de petitielijst staat geen verdere toelichting. Dat die weduwe Antonia Beijen-Boolandt was blijkt uit de twee namen die erboven staan. Het echtpaar Laurens Jans(s)en en Alida Jacoba van der Lingen woonde vanaf 1875 samen met Antonia in een huis aan de Agnietenstraat. Het is wel zeker dat Antonia haar naam niet zelf heeft geschreven. Volgens de trouwakte uit 1814 kon ze niet schrijven. Op een akte uit 1837 heeft ze wel haar handtekening gezet, maar in een heel onervaren handschrift.
|
De volgende pagina De voorpagina |
Het inhoudsoverzicht De bovenkant van de pagina |
Zoeken op deze website Reacties of vragen |