|
|
|
De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie
De subtak Dirk |
Dirk BeijenDirk Beijen (10.1), de oudste zoon van Jan Thomas Beijen, werd in 1770 geboren in Benschop. Hij trouwde in 1790 met zijn plaatsgenote Barbara de Jong(h). Na hun huwelijk woonden Dirk en Barbara lange tijd in Bodegraven, waar de familie van Dirks moeder vandaan kwam. Omstreeks 1807 kwam Dirk terug naar Benschop. Zijn werkzaamheden lijken wat wisselend te zijn geweest. Soms werd hij als bouwman (boer) vermeld, soms als koopman.Barbara overleed in 1815 in Bodegraven. Zij werd in het overlijdensregister vermeld als dienstmaagd van een Bodegraafse boer. Dat zou erop kunnen wijzen dat Barbara en Dirk uit elkaar waren gegaan, overigens zonder te scheiden. Dirk overleed in 1831 in Benschop. Amel BeijenDe enige zoon van Dirk was Amel Beijen (11.2). Hij werd geboren in 1791 in Bodegraven. Zijn voornaam was afkomstig van zijn grootvader van moeders kant.Amel was boer, eerst in Noord-Polsbroek en later in Benschop. Hij trouwde in 1820 met Jannigje de Jong, met wie hij acht kinderen kreeg. Na haar overlijden in 1833 hertrouwde hij met Trijntje van 't Hoog, met wie hij nog eens negen kinderen kreeg. Vijf van de zeventien kinderen van Amel overleden op jonge leeftijd. Amel zelf overleed in 1848, 56 jaar oud. Op dat moment waren nog acht van zijn kinderen onder de veertien jaar. De naam Beijen werd aan het nageslacht doorgegeven via vier van Amels kinderen: zijn zoons Pieter en Willem uit zijn eerste huwelijk en zijn zoon Dirk en zijn dochter Janna uit zijn tweede huwelijk. Zij komen later op deze pagina aan de orde. Het kleine schemaatje hieronder laat zien hoeveel van de huidige naamdragers Beijen hun naam aan hen ontlenen.
Pieter Beijen en zijn nakomelingenPieter Beijen (12.3) was de oudste zoon van Amel. Hij werd in 1821 geboren in Noord-Polsbroek. In 1847 trouwde hij in Benschop met Hendrina Hermina Maaijen. Pieter en Hendrina kregen tien kinderen, van wie er drie jong overleden. Pieter was gedurende zijn hele werkzame leven boer in Benschop; hij overleed daar in 1878.Iets meer over drie van zijn kinderen: Gerrits zoon Pieter Martinus Beijen (14.2) (1901-1977) speelde een belangrijke rol in de sportwereld. Over hem wordt meer gezegd op de pagina "Piet Beijen, onderwijzer, sportman en organisator". Hendrik werkte onder andere als koopman in graan. Op de foto hieronder, die omstreeks 1910 is gemaakt, staat hij met zijn gezin voor zijn bedrijf aan de Hoge Biezen. Van links naar rechts: Wilhelmina (Mies) (14.8), Stijntje (14.6), Peter (Piet) (14.3), Jan (14.7), Hendriks vrouw Eeltje Beijen-Kool, Hendrik zelf, een knecht en Hendrik junior (14.9).
Hendriks zoon Jan Beijen (14.7) stichtte in 1926 in IJsselstein een aannemersbedrijf. Het Aannemersbedrijf Beijen (ook wel aangeduid als Beyen) is tweemaal overgegaan van vader op zoon en heeft tot 2013 bestaan.
De meeste huidige leden van de subtak Gerrit stammen af van Ruth en Anna, en hebben dus ook een rechtstreekse relatie met de subtak Dirk. Willem Beijen en zijn nakomelingenWillem Beijen (12.8) was de jongste zoon uit het eerste huwelijk van Amel. Hij werd in 1830 geboren in Noord-Polsbroek. In 1853 trouwde hij in Benschop met Annigje Brouwer. Zij kregen tien kinderen van wie er negen de volwassenheid bereikten. Willem was, passend in de familietraditie, boer. Daarnaast was hij vele jaren, van 1869 tot 1894, ontvanger of administrateur van de hervormde gemeente van Benschop. Van 1883 tot zijn dood was hij lid van de gemeenteraad van Benschop. Hij overleed in 1895, zijn weduwe Annigje Brouwer pas in 1923.Gijsbert Beijen (13.11) (1854-1932), de oudste zoon van Willem, trouwde in 1888 met de uit Gouderak afkomstige Wijntje Lekkerkerker. Gijsbert was net als zijn vader boer, maar hij bleef niet in Benschop wonen: hij verhuisde eerst naar Papekop (bij Oudewater), en later naar Jaarsveld (bij Lopik). Gijsbert en Wijntje kregen twaalf kinderen, van wie er negen volwassen werden.
Gijsbert Beijen was van 1905 tot 1923 lid van de gemeenteraad van Jaarsveld. Hij was ook vele jaren heemraad van het waterschap Batuwe (een polder ten zuiden van Lopikerkapel) en van de Gecombineerde Uiterwaarden van Jaarsveld.
![]() In 1907 kocht Cornelis Beijen een huis op de hoek van het Dorpsplein en de straat langs de wetering in het centrum van Benschop. In het achterhuis vestigde hij het postkantoor. Het voorhuis verhuurde hij aan het joodse gezin Hamburger, dat er een textielwinkel had. Omdat het jongste zoontje uit dat gezin later bekend werd als de schrijver Herman de Man, heet het huis nu het Herman de Man-huis. Meer over dat huis staat op de pagina over de schrijver Herman de Man en de familie Beijen. Cornelis Beijen had ook andere functies. Zo was hij politiek actief in de Vrijzinnig-Democratische Bond, een liberale politieke partij. Van 1927 tot 1929 was hij gemeenteraadslid.
Dirk Beijen en zijn nakomelingenDirk Beijen (12.10) was een zoon uit het tweede huwelijk van Amel. Hij werd geboren in Benschop in 1836. Dirk werd boerenknecht in Gouderak, ten zuiden van Gouda. In 1856 trouwde hij daar met Cornelia Huge. Dirk en Cornelia bleven de rest van hun leven in Gouderak wonen. Zij kregen elf kinderen, van wie er zes volwassen werden. Dirk werd in de akten van de burgerlijke stand meestal als arbeider aangeduid, maar ook een keer als winkelier en een keer als tapper. De verklaring daarvan is dat hij naast zijn werk als boerenarbeider samen met zijn vrouw het café Sint Joris aan de rand van het dorp Gouderak had.Dirk overleed in 1875, nog maar 39 jaar oud. Cornelia, die in Gouderak bekend stond als Kee Beijen, zette daarna nog jarenlang het café voort. Zij overleed in 1903. De drie volwassen geworden zoons van Dirk Beijen, Amel (13.23), Rudolf Christiaan (13.29) en Jan Thomas (13.31), werden allemaal bakker. Alleen van Amel zijn er nu nog nakomelingen met de naam Beijen in leven. De zes kinderen van Rudolf Christiaan waren allemaal meisjes en Jan Thomas overleed vrij jong. Janna Beijen en haar nakomelingenJanna Beijen (12.17) was de jongste dochter van Amel Beijen. Haar vader overleed toen zij twee jaar oud was. In 1865, toen ze negentien jaar en nog ongehuwd was, beviel ze van een zoon, Andries Johannes Beijen (13.32). Ruim een jaar later trouwde Janna met de Lopikse koopman Arie Oskam. Zij woonden eerst in Lopik en later in Ameide. Uit hun huwelijk werden zestien kinderen geboren, die uiteraard de naam Oskam kregen. Arie Oskam overleed in Ameide in 1917, Janna Beijen, inmiddels 81 jaar oud, in 1927.In tegenstelling tot wat in dergelijke gevallen meestal gebeurde, werd Andries Johannes niet erkend door Arie Oskam. Het kind, dat de roepnaam Hannes had, bleef dus de achternaam Beijen dragen. Hij groeide ook niet in het gezin Oskam-Beijen op, maar bleef in Benschop achter bij zijn grootmoeder Trijntje van 't Hoog, de weduwe van Amel Beijen.
Hannes Beijen en zijn vrouw kregen acht kinderen, van wie er vijf volwassen werden. Twee van hen kregen nakomelingen in de Beijen-lijn:
![]() De grote meerderheid van de nakomelingen van Hannes Beijen woont in Rotterdam en omgeving.
![]() |
De volgende pagina De voorpagina |
Het inhoudsoverzicht De bovenkant van de pagina |
Zoeken op deze website Reacties of vragen |