De familiesite Beijen/Beyen
door Laurens Beijen
De voorpagina
Het inhoudsoverzicht
De volgende pagina
De vorige pagina
De voornamenlijst
De fotogalerij
Zoeken op deze website
Contact

De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie

Relaties tussen de families Beijen en Oskam

Vijf huwelijken

In de loop van de jaren zijn er niet minder dan vijf leden van de IJsselsteinse familie Beijen getrouwd met een lid van de familie Oskam:
  • In 1786 trouwde Johannes (Hannes) Beijen met Evertje Oskam.
  • In 1792 trouwde Jacoba Beijen met Floris Oskam.
  • In 1810 trouwde Gerrit Beijen met Cornelia Oskam.
  • In 1866 trouwde Janna Beijen met Arie Oskam.
  • In 1932 trouwde Pieter Martinus Beijen met Geertje Maria Oskam.
    Deze pagina laat zien hoe de onderlinge relaties lagen.

    De familie Oskam(p)

    Het grote aantal relaties tussen de IJsselsteinse familie Beijen en de familie Oskam is niet helemaal toevallig. Het gaat om twee voornamelijk protestantse families uit dezelfde streek: het gebied aan weerszijden van de Lek.

    De familienaam Oskam of Oskamp is afkomstig van een stuk grond ten zuiden van Ameide in de huidige gemeente Vijfheerenlanden dat "de Ossenkamp" werd genoemd. Het kaartje laat zien dat daar nog steeds de Oskampsvliet en de Oskampssloot liggen. De familienaam Oskam(p) werd daar al rond 1570 gebruikt.
    Voorzover bekend stamt iedereen met de naam Oskam af van Arien Ariensz. (of Adriaan Adriaansz.) Oskam(p) die in 1642 werd gedoopt in Lopikerkapel, net aan de andere kant van de Lek. De meeste Oskammen wonen nog steeds in het zuidwesten van de provincie Utrecht en het zuidoosten van Zuid-Holland.

    De informatie over de oudere generaties van de familie Oskam heb ik vooral ontleend aan een overzicht dat Hans Zijderveld uit Nieuwland mij toestuurde. De informatie over de jongere generaties berust op eigen onderzoek.

    De verwantschappen in beeld

    Het volgende schema laat de onderlinge verwantschappen zien tussen de betrokken leden van de families Beijen en Oskam. Alleen diegenen die nodig zijn om de relaties duidelijk te maken worden vermeld. Bij de naamdragers Beijen wordt hun volgnummer aangegeven in de oudste generaties (O), de tak Gijsbert (G) of de tak Jan Thomas (JT).
    De namen Oskam en Oskamp werden vooral in het verleden vaak door elkaar gebruikt. Ook bij de voornamen kwamen allerlei varianten voor. Iemand die bijvoorbeeld in het doopregister als Arien was ingeschreven kon in andere stukken Adriaan, Adriaen, Adrianus, Arie of Arij worden genoemd.

    Hierna volgt wat meer informatie over de vijf in het begin genoemde echtparen.

    Johannes (Hannes) Beijen en Evertje Oskam

    Johannes (Hannes) Beijen (tak Gijsbert, 8.7), die bijna steeds Hannes werd genoemd, komt ook ter sprake op de pagina Amsterdamse en Sloterdijkse subtakjes bij de tak Gijsbert. Hij werd geboren in Lexmond in 1734. Omstreeks 1760 trouwde hij met Jannetje Goes die geboren was in Schoonrewoerd, niet ver van Lexmond. Jannetje was zes jaar ouder dan Hannes. Zij was de weduwe van Jan van der Woert en had enkele kinderen uit haar eerste huwelijk.
    Na hun huwelijk woonden Hannes en Jannetje in Sloterdijk, ten westen van Amsterdam. Naar de toenmalige begrippen was dat erg ver van hun geboorteplaatsen. Het lijkt het meest waarschijnlijk dat Jannetje daar al met haar eerste man had gewoond en dat Hannes bij haar in de boerderij introk. Hannes en Jannetje kregen zes kinderen, van wie er minstens drie jong overleden. Jannetje overleed waarschijnlijk in 1785.
    Een jaar later hertrouwde Hannes, die toen 51 was, met de 32-jarige Evertje Oskam. Het huwelijk werd gesloten in Evertjes geboorteplaats Lopikerkapel. Zij was een kind uit het tweede huwelijk van Arien Oskam. Izaak Oskam, die ook in het schema wordt genoemd, was een halfbroer van Evertje. Dat verklaart het grote leeftijdsverschil tussen hen beiden.
    Evertje kwam na het huwelijk bij Hannes in Sloterdijk wonen. Zij kregen vier kinderen, van wie er een jong overleed. Rond 1790 ging het in financieel opzicht bergafwaarts met Hannes. Hannes overleed in oktober 1798, Evertje in februari 1799. Zij waren toen respectievelijk 64 en 45 jaar. De drie kinderen uit hun huwelijk die toen nog in leven waren, overleden allemaal op vrij jonge leeftijd.

    Jacoba Beijen en Floris Oskam

    Jacoba Beijen (tak Jan Thomas, 10.2) werd in 1771 in Benschop geboren. Zij was het tweede kind en de oudste dochter van Jan Thomas Beijen en Jannigje van den Bos. Op de pagina Jan Thomas Beijen en zijn kinderen worden Jacoba en haar elf broers en zusters genoemd. In 1792, toen Jacoba 20 jaar was, trouwde zij met haar ruim drie jaar oudere plaatsgenoot Floris Oskam. Hij was een zoon van Adrianus Oskam en Jannigje Kok.
    Jacoba en Floris kregen niet minder dan achttien kinderen, van wie er vijf in Benschop geboren werden, vier in Oudewater en negen in Bodegraven. Zeven van hun kinderen overleden op jonge of vrij jonge leeftijd.
    Vanaf omstreeks 1806 woonden Jacoba en Floris in Bodegraven, in een boerderij aan de Zuidzijde die Jan Thomas Beijen in 1799 had gekocht. Bij de verdeling van de nalatenschap van Jan Thomas in 1828 kregen Jacoba en Floris die boerderij echter niet toebedeeld; het erfdeel van Jacoba werd gebruikt om de tamelijk hoge leningen te vereffenen die Floris in het verleden bij Jan Thomas was aangegaan. De boerderij waar zij woonden werd eigendom van Jacoba's broer Gerrit. Floris, die al bijna 60 was, stopte waarschijnlijk niet lang daarna met het boerenbedrijf.
    Jacoba overleed in 1839 en Floris in 1851, beiden in Bodegraven.

    Gerrit Beijen en Cornelia Oskam

    Gerrit Beijen (tak Jan Thomas, 10.9) werd in 1783 in Benschop geboren. Hij was het negende kind van Jan Thomas Beijen en Jannigje van den Bos. Gerrit trouwde in 1810, toen hij 27 was, met de 19-jarige Cornelia Oskam uit Lopikerkapel. Cornelia was een dochter van Jelis Oskam en Annigje Bos, en, zoals uit het schema hierboven blijkt, een achternichtje van Floris Oskam. Door haar huwelijk werd Floris tevens haar zwager.
    Na hun trouwen gingen Gerrit en Cornelia in Bodegraven wonen. Net als Jacoba en Floris huurden zij een boerderij aan de Zuidzijde van Jan Thomas Beijen. Na de verdeling van diens erfenis werd Gerrit eigenaar van de boerderij waar Jacoba en Floris in woonden en verhuisden Gerrit en Cornelia daarheen.
    Gerrit en Cornelia kregen twaalf kinderen, van wie alleen de laatste twee jong overleden. Hun kinderen en hun verdere nageslacht worden op deze website aangeduid als de subtak Gerrit.
    Gerrit Beijen overleed in 1837 op 53-jarige leeftijd. Cornelia zette daarna met behulp van drie van haar zoons het boerenbedrijf voort. Zij bleef 38 jaar weduwe en overleed pas in 1875, op 84-jarige leeftijd.
    Meer over Cornelia en over de gedichten die haar zoon Gerrit over haar schreef staat op de pagina Gerrit Beijen, Cornelia Oskam en hun kinderen.

    In de jaren 1853-1857 speelde Cornelia Beijen-Oskam een rol in een conflict binnen de familie Oskam over het verhuren van de boerderij van haar vader. Dat leidde tot processen bij een rechtbank, een gerechtshof en de Hoge Raad. Een kort artikel hierover is te downloaden via de pagina Artikelen.

    Janna Beijen en Arie Oskam

    Janna Beijen (tak Jan Thomas, 12.17) was het jongste kind van Amel Beijen en Trijntje van 't Hoog. Zij werd in 1846 geboren in Benschop en is de hoofdpersoon van de pagina Janna Beijen (1846-1927) en haar nakomelingen.
    In 1865, toen Janna nog ongehuwd was, kreeg ze een zoon Andries Johannes. Ruim een jaar later trouwde ze met Arie Oskam, die in 1842 geboren was in Lopik als zoon van Gerrit Oskam en Willemina van Tuijl. Hij was koopman van beroep.
    Arie erkende bij het huwelijk de kleine Andries Johannes niet als zijn zoon. Andries bleef dus de achternaam Beijen dragen. Hij kreeg een groot aantal nakomelingen met die naam.
    Janna en Arie woonden eerst in Lopik en vanaf 1873 in Ameide. Uit hun huwelijk werden zestien kinderen geboren, die uiteraard de naam Oskam kregen. Vijf van hen overleden op jonge leeftijd.
    Arie Oskam overleed in Ameide in 1917, 75 jaar oud. Janna Beijen overleed in 1927 op 81-jarige leeftijd.

    Pieter Martinus Beijen en Geertje Maria Oskam

    Pieter Martinus Beijen (tak Jan Thomas, 14.2) werd in 1901 in Benschop geboren als zoon van Gerrit Beijen en Wijntje Hartman. Aan zijn vele activiteiten is een afzonderlijke pagina gewijd: Piet Beijen, onderwijzer, sportman en organisator.
    Dat ook Geertje sportief was ingesteld, blijkt uit deze foto: zwemmers in de Hollandse IJssel bij Gouderak. Geertje is de tweede van links in de middelste rij.

    In zijn tijd als onderwijzer in Gouderak was Piet in de kost bij de weduwe Maria Oskam-van der Bas. Haar man, Jacob Johannes Oskam, was boer geweest, achtereenvolgens in de Alexanderpolder bij Rotterdam, in Moordrecht en in Bergambacht. Hij overleed in 1913, nog maar 42 jaar oud. Enkele jaren later verkocht Maria de boerderij en kocht zij een groot huis in Gouderak waar zij kostgangers onderdak en verzorging verschafte. Piet maakte daar kennis met een van de dochters, Geertje Maria Oskam. Zij was in 1905 in Moordrecht geboren.
    Ook toen Piet Beijen in 1927 onderwijzer werd in Den Haag, bleef het contact met Geertje Oskam bestaan. Piet en Geertje trouwden eind 1932 in Gouderak en woonden daarna in Den Haag. Ze kregen daar vier kinderen, van wie er een jong overleed. Later verhuisde het gezin in verband met Piets werk naar Bloemendaal.
    Piet overleed in 1977, Geertje in 1979. Een foto van hun gedenksteen op de begraafplaats in Piets geboorteplaats Benschop is te zien op de pagina over grafstenen.

  •    De volgende pagina

    De voorpagina
    Het inhoudsoverzicht

    De bovenkant van de pagina
    Zoeken op deze website

    Contact