|
|
|
De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie
Jan Thomas Beijen en zijn kinderen |
De doop van Jan ThomasJan Thomas Beijen (9.2) werd in 1743 in Benschop geboren als zoon van Willem Beijen (8.2) en Janna Wartels, die genoemd werden aan het slot van de pagina Harman, Dirck en Willem Beijen uit Benschop. Hiernaast staat de doopinschrijving van Jan Thomas. De doopgetuige, Anna Vermeulen, was de moeder van Janna Wartels.De dubbele voornaam Jan Thomas is opvallend. Het was vroeger gebruikelijk om de oudste zoon te vernoemen naar de grootvader van vaders kant. De ouders van Jan Thomas wilden zich kennelijk niet aan zulke gewoonten houden: ze hadden hun dochter Christina (9.1) niet genoemd naar een van hun ouders, maar naar Christina Dull, een oudtante van Janna Wartels die als doopgetuige optrad. Op de pagina Janna Wartels en haar familie staat een verklaring voor de naam Jan Thomas: die is vermoedelijk ontleend aan diens oom (Jan) Thomas Wartels, die een jaar eerder in Middelburg was overleden. Boer, koopman, schepen en polderbestuurderJan Thomas Beijen groeide op in een voor die tijd klein gezin: hij had één zuster en geen broers. In 1770 trouwde hij met Jannigje van den Bos, een dochter van een welgestelde boer en veehandelaar uit Bodegraven. Zij kregen twaalf kinderen. Die worden aan het eind van deze pagina genoemd.Van zijn schoonouders erfde Jan Thomas verschillende boerderijen en grote stukken land in Bodegraven en omgeving. Daarnaast erfde hij van zijn ouders nogal wat onroerend goed in Benschop en omgeving. Hij kocht er ook veel boerderijen en grond bij. Een van zijn belangrijkste doelstellingen moet geweest zijn om zijn vele kinderen later goed onder dak te kunnen brengen. De meeste boerderijen verhuurde Jan Thomas aan zijn kinderen. Aan andere kinderen leende hij geld om een eigen boerderij te kopen. Dat werd allemaal goed geadministreerd. Uit de stukken komt het beeld naar voren van een krachtige persoonlijkheid die zijn zaken goed voor elkaar had. Net als zijn voorvaderen oefende Jan Thomas bestuurlijke functies uit: hij was een aantal jaren schepen van Benschop en lid van het polderbestuur. Het lijkt er echter op dat hij zich liever bezig hield met zijn werk als boer en met de handel in vee en onroerend goed.
Vierentachtig jaarJannigje van den Bos overleed in 1799 op 48-jarige leeftijd. Jan Thomas Beijen zou haar ruim 28 jaar overleven. Hij overleed in 1827, 84 jaar oud. Er waren toen nog elf van zijn twaalf kinderen in leven. Hij was zijn hele leven in Benschop blijven wonen.Na het overlijden van Jan Thomas verschenen er in diverse kranten artikelen waarin gewezen werd op het grote aantal nakomelingen van Jan Thomas en Jannigje. Het bericht hieronder stond in de Middelburgsche Courant van 16 oktober 1827: Hetzelfde stuk verscheen ook diverse andere kranten, waaronder de Utrechtsche Courant, de Overijsselsche Courant en de Bredasche Courant (dank aan Ton Bruijnis uit Zwolle voor de tip). Met de z achter Thomas suggereerde de schrijver van het stuk ten onrechte dat de overledene Jan Thomaszoon Beijen heette. Kort voor zijn overlijden werden er aquarellen gemaakt waarop Jan Thomas, zijn vrouw en hun nageslacht op een symbolische manier werden uitgebeeld in de vorm van een boom. Meer hierover is te lezen op de pagina De stamboomprenten uit 1827. Een grote nalatenschapBij zijn overlijden bezat Jan Thomas zes boerderijen in Bodegraven, drie in Benschop en één in Bloemendaal bij Gouda, en grote stukken land in vooral Benschop, Bodegraven en Zwammerdam. De totale oppervlakte was ruim 237 hectare. Alleen al het inventariseren van de nalatenschap kostte zes volle dagen; de openbare verkoping van het vee en de roerende goederen nam nog eens drie dagen in beslag. De netto waarde van de boedel kwam uiteindelijk uit op ruim 106.000 gulden, een enorm bedrag voor die tijd. De elf nog in leven zijnde kinderen van Jan Thomas waren de belangrijkste erfgenamen. Velen van hen kregen de boerderij waar zij woonden toebedeeld; anderen kregen een bedrag in contanten.Aan de boerderijen van Jan Thomas en zijn nakomelingen in Bodegraven is een afzonderlijke pagina gewijd. De nakomelingen van Jan ThomasHieronder volgt een schematisch overzicht van de twaalf kinderen van Jan Thomas Beijen en hun echtgenoten.
Alleen Willem en Pieter hadden geen kinderen. De andere tien kinderen van Jan Thomas hadden allemaal een groot aantal nakomelingen. In de negentiende eeuw woonden de nakomelingen van Jan Thomas en Jannigje nog bijna allemaal in de omgeving van Benschop en Bodegraven; velen van hen waren boer. Het is niet toevallig dat de hoofdpersoon in het boek Het wassende water van Herman de Man Gieljan Beijen heette. Op een aparte pagina wordt ingegaan op de relatie tussen de schrijver Herman de Man en de familie Beijen. De naamdragers Beijen die afstammen van Jan Thomas, behoren tot drie subtakken: nakomelingen van zijn zoons Dirk, Maarten en Gerrit.
|
De volgende pagina De voorpagina |
Het inhoudsoverzicht De bovenkant van de pagina |
Zoeken op deze website Reacties of vragen |