|
|
|
De tak Jan Thomas van de IJsselsteinse familie
Pieter Beijen (1824-1878) en zijn nakomelingen |
Pieter Beijen (12.3) was de oudste zoon van de op de vorige pagina genoemde Amel Beijen. Hij werd in 1821 geboren in Noord-Polsbroek. In 1847 trouwde hij in Benschop met Hendrina Hermina Maaijen. Zij was in 1824 geboren in Benschop. Haar eerste voornaam werd in latere stukken meestal als Hendrika geschreven
Pieter en Hendrina kregen tien kinderen, van wie er drie jong overleden. Pieter was gedurende zijn hele werkzame leven boer in Benschop.
Gerrit Beijen (1849-1927)Gerrit Beijen (13.2), Pieters oudste zoon, werkte lange tijd als boer op de ouderlijke boerderij. Pas in 1894, toen hij 45 was, vertrok hij daar: Gerrit trouwde toen met de 17 jaar jongere Wijntje Hartman, die ook in Benschop geboren was. Gerrit ging met Wijntje wonen in het huis van Wijntjes familie.Rond diezelfde tijn werd Gerrit jachtopziener en rentmeester voor jonkheer Nicolaas Hendrik Strick van Linschoten, bewoner van de buitenplaats Zeevliet in Benschop en eigenaar van veel landerijen in Benschop en omgeving. Later werd Gerrit daarnaast door Justitie aangesteld als onbezoldigd rijksveldwachter. Het bericht hiernaast over Gerrits optreden tegen stropers komt uit het Utrechtsch Nieuwsblad van 15 oktober 1894. Op de pagina over de schrijver Herman de Man en de familie Beijen wordt vermeld dat Gerrit Beijen model zou hebben gestaan voor een figuur uit het boek Rijshout en rozen: 'meneer Lafayette, die zooveel als Rentmeester was over 't goed van den gekken Jonker'. Naast het werk voor Strick van Linschoten was Gerrit ook kastelein: hij had een café bij de dorpsbrug van Benschop, aan de noordkant van de wetering. In januari 1904 kreeg Gerrit er nog een functie bij: de gemeenteraad van Benschop benoemde hem in de parttimefunctie van gemeenteontvanger. Zijn voorganger, Strick van Linschoten, had twee weken eerder ontslag genomen, waarschijnlijk om gezondheidsredenen. Dat zal wel te maken hebben gehad met zijn slechte gezondheid: Strick overleed enkele maanden later. Twee weken later benoemde de raad Gerrit Beijen tot gemeenteontvanger, waarschijnlijk op advies van Strick van Linschoten. Voor die functie was een borgstelling van 6000 gulden nodig en ook daar zorgde Strick voor: hij verleende de gemeente een hypotheek voor dat bedrag op een stuk land. Gerrit en Wijntje kregen in 1895 een zoontje dat jong overleed, en daarna in 1901 opnieuw een zoon die wel volwassen werd. Gerrit Beijen overleed in 1927, Wijntje Beijen-Hartman in 1945. Hun grafsteen is te zien op de pagina Grafstenen en andere gedenktekens. Hun zoon Pieter Martinus Beijen (1901-1977) speelde een belangrijke rol in de sportwereld. Over hem wordt meer gezegd op de pagina Piet Beijen, onderwijzer, sportman en organisator. Hendrik Beijen (1855-1925)Hendrik Beijen (13.5) (1855-1925), een andere zoon van Pieter, werd net als zijn broers en zusters in Benschop geboren. Na zijn huwelijk met Eeltje Kool in 1893 verhuisde hij echter naar het naburige IJsselstein. Zeven generaties eerder was zijn voorvader Harman Beijen (6) van IJsselstein naar Benschop vertrokken.
Hendriks zoon Jan Beijen (14.7) stichtte in 1926 in IJsselstein een aannemersbedrijf. Het Aannemersbedrijf Beijen (ook wel aangeduid als Beyen) is tweemaal overgegaan van vader op zoon en heeft tot 2013 bestaan.
Anna Hendrika Hermina Beijen (1864-1944)Anna Hendrika Hermina Beijen (13.10) (1864-1944), de jongste dochter van Pieter, trouwde met een achter-achterneef, Ruth Beijen, uit de subtak Gerrit.
|
De volgende pagina De voorpagina |
Het inhoudsoverzicht De bovenkant van de pagina |
Zoeken op deze website Reacties of vragen |