De familiesite Beijen/Beyen
door Laurens Beijen
De voorpagina
Het inhoudsoverzicht
De volgende pagina
De vorige pagina
De voornamenlijst
De fotogalerij
Zoeken op deze website
Reacties of vragen

De Breyellse familie

De groep Fridericus

Fridericus Beij

Fridericus Beij, die genoemd wordt op de vorige pagina, was de eerste vertegenwoordiger van de naar hem genoemde groep. Het is niet bekend of hij in Breyell of elders is geboren. Hij zal in het dagelijks leven wel Friedrich of Fritz zijn genoemd
Op de vorige pagina is al vermeld dat hij twee keer getrouwd is: in 1740 met Christina im Camp en in 1767 met Girtgen ter Stoppen. Verder worden daar de namen van de kinderen uit die twee huwelijken genoemd.
Fridericus was smid. Hij overleed in 1787 in Breyell. Op het schema van de leden van de Breyellse familie staat hij bij het nummer 1.1.

Nicolaus Beyen

De oudste zoon van Fridericus heette Nicolaus. Hij werd geboren in 1743 en staat op het schema bij het nummer 2.1. Zijn achternaam werd later meestal als Beyen of Beijen geschreven.
In 1770 trouwde hij in Leuth met Maria Hilckes. Zij kregen daar vier zoons.
Nicolaus was net als zijn vader smid, maar werd later als akkerman vermeld. Hij overleed in 1823 in Leuth; zijn vrouw was in 1814 overleden.

Joannes Ludovicus / Jan Lodewijk Beyen

Een van de zoons van Nicolaus werd in 1779 geboren in Leuth en kreeg de doopnamen Joannes Ludovicus (3.1). Hij trouwde in april 1815 in Venlo met Maria Catharina Hovens, die in 1793 in Venlo was geboren. Er zat dus een flink leeftijdsverschil tussen bruid en bruidegom.

Van boven naar beneden de vermelding van de naam van de bruidegom in een huwelijksbijlage en in de trouwakte zelf, en de ondertekening van die akte door de bruidegom.
In een van de bijlagen bij de trouwakte werden de doopnamen van Joannes Ludovicus goed weergegeven, maar in de akte zelf werd zijn naam geschreven als Jan Lodewijk Beyen. Deze schrijfwijze was waarschijnlijk een eigen actie van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Die vond kennelijk dat in een Nederlandse akte ook de voornamen in het Nederlands moeten worden vertaald. De bruidegom ondertekende de akte in het moeilijk leesbare oude Duitse schrift als iets wat lijkt op Luduwus Beijen. Daaruit blijkt dat de vernederlandsing niet zijn initiatief was, en het laat weer eens zien dat in het oosten van Nederland en het westen van Duitsland de roepnaam vaak werd afgeleid van de tweede doopnaam.

De bruidegom was volgens de trouwakte smid. Dat beroep was dus van vader op zoon overgegaan. Bij zijn huwelijk woonde hij al in Venlo, maar het is niet bekend wanneer hij daar is komen wonen.
Nicolaus Beyen, de vader van de bruidegom, was ondanks de korte afstand tussen zijn woonplaats Leuth en Venlo niet zelf bij het huwelijk aanwezig. Hij had een verklaring laten opstellen waaruit bleek dat hij met het huweljk instemde.

Jan Lodewijk Beyen en zijn vrouw woonden in de Nieuwstraat in Venlo. Ze kregen in de jaren 1816-1835 negen kinderen: zeven meisjes en twee jongens. Drie van hen overleden op jonge leeftijd.
Jan Lodewijk overleed in 1845; zijn vrouw was al drie jaar eerder overleden.

De kinderen van Jan Lodewijk

De twee zoons en een van de dochters van het echtpaar Beyen-Hovens waren jong overleden. Er werden dus alleen zes dochters volwassen. Omdat de kinderen van die dochters de naam van de vader kregen, stierf de naam Beyen of Beijen na deze generatie uit.
Hieronder meer over de dochters. Hun achternaam werd in deze periode vaak als Beijen met ij geschreven.

  • Johanna (4.1) trouwde in 1845 met de smid Gerard Janssen. Kort voor hun huwelijk was Johanna's vader overleden en Gerard zette diens smederij voort. Gerard overleed in 1882, Johanna in 1886. Ze woonden bij hun overlijden nog steeds in de Nieuwstraat, waarschijnlijk in hetzelfde huis waar de ouders van Johanna hadden gewoond.

  • Maria Elisabeth (4.5, roepnaam Elisabeth) trouwde in 1854 met de tuinier Peter Schreuder. Ze woonden in de Klaasstraat in Venlo. Peter overleed in 1892, Elisabeth in 1900.

  • Maria Hubertina (4.6) trouwde in 1859 in Luik met Henricus Lormans, die afkomstig was uit Bilzen in Belgisch Limburg. Zij overleed in 1865 in Luik, kort na de geboorte van haar vierde kind.

  • Jacoba Catharina (4.7, roepnaam Catharina) trouwde in 1852 met de winkelier Mathijs H.H. Smeets, die zelf zijn naam als Schmitz placht te schrijven. Zij hadden geen kinderen. Mathijs overleed in 1889, Catharina in 1890. De advertentie die na haar overlijden werd geplaatst was ondertekend door Peter Hubert Lebesque, die getrouwd was met Catharina F.R. de Laive, een dochter van Johanna Petronella (zie hieronder). Waarschijnlijk was Catharina na het overlijden van haar ouders door haar oom en tante Schmitz-Beijen opgevoed.



    De winkel werd daarna door anderen voortgezet onder de naam M. Schmitz-Beijen of -Beyen. Dat blijkt uit de onderstaande advertenties uit 1898 en 1899:



  • Johanna Petronella (4.8, roepnaam Petronella) trouwde in 1860 met de tingieter Nicolas Joseph de Laive. Hij overleed in 1868 en zij in 1871, met achterlating van een aantal jonge kinderen.

  • Cornelia Hubertina Carolina (4.9, roepnaam Carolina) trouwde op rijpe leeftijd (ze was al 53) met de weduwnaar Hendrik Frings uit Blerick. Frings was koperslager, en volgens een webpagina over de Kloosterstraat in Blerick was zowel zijn eerste vrouw als Carolina (Kerlien) herbergierster.
    Hendrik overleed in 1908, Carolina in 1914. Na haar dood werd er in de kerk van Blerick nog jarenlang ter nagedachtenis aan haar rond haar geboortedag in november een mis opgedragen.
    Met Carolina Beijen overleed het laatste lid van de groep Fridericus.

  •    De volgende pagina

    De voorpagina
    Het inhoudsoverzicht

    De bovenkant van de pagina
    Zoeken op deze website

    Reacties of vragen